Een rijke geschiedenis, een stralende toekomst
De geschiedenis van het huidige kasteel Blauwhuis gaat een hele tijd terug. Al in 1653 is er in het landboek van Pieter Lust sprake van ‘een behuysde hofstede geneampt het Blaue Huys’. Tijd om wat dieper in de rijke historiek van het domein te duiken.
1544
1746-1776
1804
1822
1878-1883
1878-1886
1980-1990
2019-2021
Blauwpoorte
Het gebied, bezit van de Heren van Schiervelde, droeg oorspronkelijk Blauwpoorte als naam. De eerste vermelding dateert uit 1544, toen het kasteel bestond uit een omwalde hofstede met omliggende gronden, weiden en bossen. De kleur verwijst naar de leien bedaking.
Eind 17de eeuw erft Judocus Francois Van Huerne de pachthoeve en omliggende landen van zijn tante Catherine van Huerne. Hij verbouwt de hoeve tot een zomerverblijf, in die tijd een ‘huys van plaisantie’, genoemd.
Casteel Blauwhuys
Vanaf 1746 werd er gesproken over een kasteel. De toenmalige eigenaar Aybert van Huerne besluit tussen dit jaartal en 1776 een nieuw kasteel op te trekken met tuinen, vijvers en bossen. Het oude poortgebouw verdwijnt en de nieuwe ronde kamer werd gefl ankeerd door een oost-, west- en zuidgevel.
Aanleg Engelse tuin
In 1804 laat zoon Joseph van Huerne een Engelse tuin aanleggen met waterpartijen, rotsen, een overdekte loofgang, een tuinpaviljoen, een bloementuin en een boomgaard. Ook een beukenbos werd aangelegd.
Verbouwen en restylen
In 1822 laat Jean de Pélichy, gehuwd met Marie Josephine van Huerne, het kasteel opnieuw verbouwen. Het poortgebouw en de zuidgevel verdwenen en een monumentale hoofdingang verscheen. De ronde kamer werd van een koepel voorzien.
Permanente residentie
Tussen 1878 en 1883 lieten baron Alexander Gillès de Pélichy en zijn vrouw Savina Van Caloen het kasteel verbouwen om het permanent bewoonbaar te maken. Zo kreeg het zomerverblijf permanente bewoners. Het kasteel werd opgehoogd en er kwam een nieuwe traphal, inkom en achtergevel. Verder werden ook het sanitair en de verwarmingsinstallaties aangepakt. Het interieur werd gerestyled en de kapel verplaatst.
Tijdens de oorlogen
Tijdens WO I werd het kasteel in beslag genomen door de Duitse bezetter. Het gezin van baron Alexander Gillès de Pélichy moest vluchten en keerde nooit terug. Op het einde van de oorlog staken de Duitsers het bos in brand en lieten ze het munitiedepot ontploffen.
De zoon van baron Alexander Gillès de Pélichy, Raphaël Gillès de Pélichy, herstelde in 1918 de oorlogsschade. Hij en zijn vrouw Maria de Turck de Kersbeek verbleven tijdens de zomer van het interbellum in Kasteel Blauwhuis. Tijdens WO II werd het kasteel nogmaals beschadigd door het geweld. Opnieuw werd het na de oorlog hersteld door Raphaël.
Nieuwe invulling kasteel
In 1981 werd het kasteel officieel erkend als monument en stadszicht. Het kasteel bleef tot 1984 bewoond door de familie Gillès de Pélichy, waarna het gebruikt werd als restaurant en feestzaal. Het koetshuis werd verbouwd en uitgebreid tot een banketzaal en een tentoonstellingsruimte.
Renovatie en restauratie
Zowel de buitenschil als de structuur binnen worden grondig aangepakt en voorzien van moderne en hedendaagse technieken. Blikvangers als de ronde kamer, de kapel en de eeuwenoude salons worden in ere hersteld. Ook de orangerie ondergaat een metamorfose en krijgt een opening in de verdieping. De aloude grandeur van het kasteel komt terug. Met respect voor het rijke verleden is kasteel Blauwhuis nu helemaal klaar voor de toekomst.